Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij zond onder hen de [51]hittigheid Zijns toorns, verbolgenheid, en verstoordheid, en benauwdheid, [met] uitzending der [52]boden van [53]veel kwaads. 51. Dat is, zeer heftige en zware plagen en straffen, voortkomende uit zijn toorn. Zie Joh.21:30; en zie Ezech.7:3, met de aantekening. 52. Hierdoor verstaan sommigen verdervende engelen; anderen Mozes en Aaron, door wie God Farao deze plagen liet aanzeggen. 53. Hebr. der kwaden; dat is, van veel kwaads of ongeluk.